Afkortingen


In Dungeons & Dragons 5e (D&D 5e) worden veel afkortingen gebruikt om naar specifieke spelmechanismen, statistieken en veelvoorkomende concepten te verwijzen. Deze afkortingen helpen spelers en Dungeon Masters (DM’s) om efficiënt te communiceren tijdens het spel. Hier is een uitgebreide lijst van enkele van de meest gebruikte afkortingen in D&D 5e:

Algemene Afkortingen

  • AC: Armor Class – De moeilijkheidsgraad om een karakter met een aanval te raken.
  • DC: Difficulty Class – De moeilijkheidsgraad van een check, save, of ander roll.
  • HP: Hit Points – De hoeveelheid schade die een personage kan opnemen voordat het bewusteloos raakt of sterft.
  • XP: Experience Points – Punten verdiend voor het overwinnen van uitdagingen, die bepalen wanneer een personage in level stijgt.
  • CR: Challenge Rating – Een maatstaf voor de moeilijkheidsgraad van een monster of andere uitdaging.
  • NPC: Non-Player Character – Een karakter gecontroleerd door de DM, niet door de spelers.
  • PC: Player Character – Een karakter gecontroleerd door een speler.

Statistieken en Vaardigheden

  • STR: Strength – Kracht, een van de zes primaire abilities.
  • DEX: Dexterity – Behendigheid, een van de zes primaire abilities.
  • CON: Constitution – Constitutie, een van de zes primaire abilities.
  • INT: Intelligence – Intelligentie, een van de zes primaire abilities.
  • WIS: Wisdom – Wijsheid, een van de zes primaire abilities.
  • CHA: Charisma – Charisma, een van de zes primaire abilities.
  • ASI: Ability Score Improvement – Verbeteringen aan de primaire abilities van een personage.

Spelmechanismen

  • BBEG: Big Bad Evil Guy – De hoofdvijand van een campagne of avontuur.
  • TPK: Total Party Kill – Een situatie waarin de hele groep spelers sterft.
  • AoE: Area of Effect – Spreuken of effecten die een gebied raken in plaats van een enkel doelwit.
  • RAW: Rules As Written – De strikte interpretatie van de spelregels.
  • RAI: Rules As Intended – De bedoelde interpretatie van de spelregels, vaak gebruikt in discussies over regelinterpretaties.
  • PHB: Player’s Handbook – Het basisregelboek voor spelers.
  • DMG: Dungeon Master’s Guide – Het basisregelboek voor de Dungeon Master.
  • MM: Monster Manual – Het basisboek met monsters.
  • TTRPG: Tabletop Role-Playing Game – Het genre van spellen waartoe D&D behoort.

Spelacties en -Concepten

  • SR: Short Rest – Een korte rustperiode in het spel, waarmee personages bepaalde bronnen kunnen herstellen.
  • LR: Long Rest – Een lange rustperiode in het spel, waarmee personages de meeste van hun bronnen kunnen herstellen.
  • PC: Player Character – Het karakter dat door een speler wordt bestuurd.
  • NPC: Non-Player Character – Een karakter bestuurd door de Dungeon Master.
  • AoO: Attack of Opportunity – Een aanval die wordt uitgevoerd als reactie op de beweging van een vijand.

Deze afkortingen vormen de basis van veelgebruikte terminologie in D&D 5e en helpen bij het stroomlijnen van communicatie tijdens het spel. Kennis van deze afkortingen kan spelers en DM’s helpen om sneller en efficiënter te communiceren.