Op een gewone donderdagavond in ‘De Krappe Kelder’, net toen de schemer plaatsmaakte voor de nacht en de lantaarns buiten een gouden gloed wierpen op de geplaveide straten van Nimmerdorst, beleefden onze avonturiers een moment dat nog vaak verteld zal worden.
Terwijl Morrovion, Merrymint, en de dwerg hun strategieën voor het volgende avontuur bespraken, vergezeld van een schaal pinda’s die de barman net had neergezet, gebeurde er iets dat niemand had kunnen voorspellen. Een dappere, of misschien roekeloze, muis besloot dat dit het perfecte moment was om een bad te nemen in de overvloed van gezouten noten.
Voordat ook maar iemand kon reageren op de onverwachte duikeling, was het kleine wezen verstrikt geraakt in een zee van pinda’s, worstelend om aan de oppervlakte te blijven. Het was een gezicht dat zowel hilariteit als bezorgdheid opriep, en onze helden wisten niet of ze moesten lachen of ingrijpen.
Morrovion, die altijd gevangen zat tussen het doen van het goede en zijn donkerdere neigingen, stond op het punt een reddingsmissie te ondernemen met een toverspreuk, toen Luuk, de barman met een hart zo groot als zijn baard lang was, hem voor was. Met een behendigheid die niemand van de oude reus had verwacht, redde hij de muis uit zijn potentiële pindagraf, zette hem voorzichtig op de grond, en keek hem streng aan. “Zo,” bromde hij, “ik hoop dat je genoten hebt van je bad, maar laat dat de laatste keer zijn dat je zonder te betalen in mijn bar komt zwemmen!”
De muis, duidelijk geschrokken maar ongedeerd, schudde zich uit en wierp een laatste blik op zijn redders voordat hij verdween in een kier in de muur, waarschijnlijk om zijn vrienden te waarschuwen voor de gevaren van gratis pinda’s.
Terwijl onze vrienden terugkeerden naar hun drankjes, kon Merrymint haar lachen niet inhouden. “Misschien,” zei ze tussen het gegiechel door, “moeten we de volgende keer een klein bordje plaatsen: ‘Pindabad, uitsluitend voor betalende klanten.'”
De avond ging verder met meer gelach en minder onverwachte badgasten. En terwijl ze daar zaten, deelden ze een moment van warme vriendschap, verlicht door het besef dat, hoe onvoorspelbaar het leven ook kan zijn, ze altijd op elkaar konden rekenen. En misschien, heel misschien, op de onverwachte heldendaden van een barman met een hart van goud.